50 mg/kg = 0.5 ml/kg van 10% oplossing in 30 minuten
Glucose 20% / Insuline
Hyperkaliëmie met (dreigend) VT/VF
Gluc 20% 2.5-5 ml/kg + Actrapid 0.05EH/kg
Glucose 10% / Insuline
Hyperkaliëmie met (dreigend) VT/VF
Gluc 10% 5-10 ml/kg + Actrapid 0.05EH/kg
2. Intubatie
Analgesie
Fentanyl
10 ug/ml
1-2 ug/kg
Inductie
Ketamine
5 mg/ml
1-2 mg/kg
Verslapping
Rocuronium
10 mg/ml
1 mg/kg
Kanttekening:
1. Dit zijn suggesties voor te gebruiken inductiemiddelen, voorkeur gaat uit naar middelen waar lokaal en persoonlijk expertise mee is. 2. Voorzichtigheid is geboden bij circulatoir instabiele patiënten, vermijd dan het gebruik van hypotensie inducerende middelen (propofol). 3. Alternatief inductie: Propofol (1.5-3 mg/kg), Midazolam (0.1-0.3 mg/kg) of Sevofluraan. 4. Alternatief opiaten: Sufentanyl (0.2 ug/kg)
3. Inotropie en Vasopressie
Medicatie
Via
Oplossing
Dosering (range)
Pompstand (range)
Adrenaline
Perifeer
1 mg in 50 ml (0.02 mg/ml)
0.05-1.0 ug/kg/min
(W*0.15)-(W*3.0) ml/uur
Adrenaline
Centraal
5 mg in 50 ml (0.1 mg/ml)
0.05-1.0 ug/kg/min
(W*0.03)-(W*0.6) ml/uur
Noradrenaline
Perifeer
1 mg in 50 ml (0.02 mg/ml)
0.05-1.0 ug/kg/min
(W*0.15)-(W*3.0) ml/uur
Noradrenaline
Centraal
5 mg in 50 ml (0.1 mg/ml)
0.05-1.0 ug/kg/min
(W*0.03)-(W*0.6) ml/uur
Milrinone
Beide
5 mg in 50 ml (0.1 mg/ml)
0.25-0.5 ug/kg/min
(W*0.15)-(W*0.30) ml/uur
W = Lichaamsgewicht in Kilogram.
Kanttekening:
1. Centraal is via Centraal Veneuze Lijn (CVL) of Intraossale (IO) toegang. 2. Bij perifere toediening check frequent op subcutane infusie.