Meteen naar de inhoud

Acute Neurochirurgie

1. Diagnose & Opvang
2a. NIET-geïntubeerd kind: Neuroprotectie & Transport
2b. WEL-Geïntubeerd: Neuroprotectie & Transport
previous arrow
1. Diagnose & Opvang
Opvang

1. Bij trauma: Opvang volgens trauma protocol met trauma team
2. CT scan: Mogelijk neurochirurgische interventie nodig?
3. Overleg (simultaan) met regionaal PICU team (advies stabilisatie en transport) EN
(kinder-)neurochirurg (indicatie, urgentie en locatie van de interventie).
4. Bespreek wie en hoe er getransporteerd gaat worden

Opties zijn: A. Lokaal team (snelst), B. MMT (heli), C. PICU

Wanneer intuberen?

• GCS < 8 (of snelle daling)
• Tekenen van inklemming (Bradycardie, hypertensie en/of apneus).
• Pupil anisocorie.
• Onveilige luchtweg of respiratoire insufficiëntie anderszins.

Blijf herbeoordelen!

Na intubatie volg 2b.

Uit volledig schermNaar volledig scherm
next arrow